“Ze heeft zo’n leuk koppie”, werd me laatst verteld. Er wordt me veel over haar verteld. Heel erg veel. Bijvoorbeeld dat ze so cute is.
Ik dacht altijd dat cute schattig betekend, maar dat heb ik denk ik verkeerd begrepen. Want ik hoor het ook steeds vaker als er maar weinig cutes aan is.
Zoals toen ik bij de balie stond. Zo’n lange waar een stuk of vijf baliemedewerkers naast elkaar aan het werk zijn en elk een ander persoon ter woord staan. De vriendelijke mevrouw die mij hielp stelde wat vragen, ik antwoorde en hield ondertussen een half oog op de kinderen. De twee oudsten stonden netjes naast me te wachten tot we klaar waren. Maar vanuit mijn ooghoeken zag ik haar alweer weglopen. Totaal volgens verwachting overigens, daarom waren mijn ooghoeken ook die kant op gericht. Toen de afstand tussen mij en haar toch wel erg groot en die tussen haar en de deur naar buiten wel erg klein begon te worden riep ik haar naam, dwong haar terug te komen. Weer totaal volgens verwachting kreeg ik een eigenwijze blik toegeworpen toen ze even, wel zo vriendelijk, omkeek. Om daarna weer verder te lopen. En toen werd het me dus weer verteld: “She is so cute!” Door alle vijf de baliemedewerksters tegelijk…
Een tweejarige die met een eigenwijze kop haar moeder aankijkt om verder haar aanwijzigingen volledig te negeren. Cute.
Ach ja. Ze kunnen veel over haar vertellen.
Zij zelf trouwens ook.
Ze vind het helemaal het einde om met opa en oma te bellen. En heeft dan van alles te vertellen. Over het vuurwerk van oudejaarsavond bijvoorbeeld. “Ik niet vuurwerk fijn. Bang. Ik binnen op bank. Boekje lezen.” Waarna ze heel dramatisch doet voorkomen alsof ze door haar hele familie in de steek was gelaten, helemaal alleen binnen. “Papa vuurwerk aan doen. Boaz buiten, Zarah buiten. Mama ook buiten.” Terwijl in werkelijkheid ze allerlei gezelschap had. En zelfs een Amerikaan zo ver had gekregen om Floddertje voor haar voor te lezen.
Ze verteld ook over de andere grote bezigheid in haar leven. Drie keer per dag is het raak. Zeven dagen per week tegenwoordig. “Ik niet luisteren eten.” Klopt. “Ik niet eten.” Klopt.
Gemiddeld genomen begint ze enorm enthousiast aan de maaltijd. Ze werkt in rap tempo een paar happen naar binnen. Maar dan opeens realiseert ze zich weer wie ze is. Die oh so cute, twee en half jarige met het leuke koppie. Tja, dat moet je toch wel waar maken. Dus dan begint het feest. Ze neemt een hap…. en houdt ’em in haar mond. Een minuut. Twee minuten. Tien minuten. Twintig indien nodig.
Ja, maaltijden gaan dan lang duren. Heel lang.
Een bakje yoghurt eten kost je dan opeens, als je even niet oplet, zomaar anderhalf uur.
Maar gelukkig kent ze zichzelf heel goed. En weet ze dat ze eigenwijs is. En cute. En niet van vuurwerk houdt. En haar eten niet eet zonder vechten.
Als ik haar ‘s avonds naar bed breng wil ze graag lezen uit het boekje met Nederlandse dierenliedjes. Ik vraag haar welk liedje haar favorite is.
Zonder aarzelen bladerd ze door het boekje tot ze de juiste bladzij gevonden heeft. “Vogel. Eten.”
Papegaaitje leef je nog
Ieja deeja
Ja, meneer ik ben er nog
Ieja deeja
‘k Heb m’n eten opgegeten
En m’n drinken laten staan
Ieja deeja
Poef!
Ze is twee en een half. En ze kent haarzelf. Cute. Eigenwijs. Houdt niet van vuurwerk. Luistert niet tijdens het eten.
En… ze weet dondersgoed hoe ze dat er nog even moet inwrijven.
Gelukkig heeft ze zo’n leuk koppie.
ps. voor het geval je het je afvraagt, de kort-broek-water-foto is genomen op kerstdag. Toen was het nog zomer. Nu moeten we het even met herfst doen, morgen weer lente, van ‘t weekend winter met zelfs een graadje vries in de nacht!
Dank je, dit was precies wat ik na een dag als vandaag nodig had om even te lezen 😉
Maar wat een leuk koppie inderdaad!