We zijn onderweg naar huis. Net bij een potluck geweest. (Volgens het woordenboek is dat een maaltijd of feestje waar iedere gast een bijdraagt door een gerecht mee te brengen.) Het is laat geworden, het is inmiddels donker. De kinderen zwaaien met hun glow-in-the-dark sticks door de auto en ik probeer mijn aandacht op de weg te houden. Sophie is echt moe en weet gewoon even niet meer of ze nu haar schoenen aan wilde of uit. En of ze nu een groene stick wilde of blauw of geel. Ik denk eigenlijk dat ze zelfs niet eens meer weet dat ze de kleuren toch nog niet helemaal zo goed kent als ze soms denkt. Laat staan om half tien ’s avonds.
Boaz houdt hele verhalen over light swords tegen Zarah die steeds stiller wordt en verder in haar stoel weg zakt. Door rijden! Ik wil geen slapende kinderen in de auto. We zijn over een paar minuten thuis.
Hier rijd ik dan. Met mijn twee Amerikaantjes en een vijf-en-een-half-jarige Nederlander die niet eens het ABC kan zingen in het Nederlands. En ik zelf dan. Hoe Amerikaans ben ik eigenlijk?
Begrijp me niet verkeerd. Ik ben verre van Amerikaans. Ik zal er nooit eentje worden. Nee, maar dit is wel een legitieme vraag: hoe Nederlands ben ik eigenlijk nog?
Van de week kwam er ergens iets voorbij over in de trant van: “It does not say you are thoughtful, it says that you are Dutch. It says that you are cheap.” Ik snapte gelijk waar ze op doelden. En kroop beschaamd in een hoekje weg. Had ik Boaz kort geleden ook niet met een $5 cadeau naar een verjaardagsfeestje gestuurd? Ja, ik herken me daar nog wel in.
Maar, hoe zit het met opvoeding? Met politiek denken. Met wat ik eet, wat ik koop en wat ik er aan besteed? Hoe zit het met huisinrichting, met dagelijkse rituelen en gewoonten, met kleding en de auto waar we in rijden (en hoeveel we ‘em rijden)?
Dus ik besloot om eens te kijken wat ik nog kon bedenken, dingen die ik hier zie gebeuren, maar die in Nederland ongepast zouden zijn, of die daar op z’n minst een stuk ongebruikelijker zijn. Zie ik ze nog? Of ben ik daar na bijna vijf jaar helemaal blind voor? (een kleine opmerking: Amerikaanse en Nederlandse cultuur zoals ik er hier over schrijf is wat ik zie, hoe ik het interpreteer in het kleine stukje Amerika dat ik ken en dat wat ik nog weet van het kleine stukje Nederland dat ik ken, niet wat perse waarheid is).
Hier een paar kleine dingen uit het alledaagse leven:
- Zelfs na al die jaren wordt ik qua huis inrichting nog maar weinig geinspireerd hier. Als dat al gebeurd dan is dat door dingen (of websites) die onbetaalbaar zijn! Ikea, daar voel ik me nog het meeste thuis.
- Ga je bij iemand op bezoek? Neem gerust je eigen beker mee. Helemaal niet vreemd om onderweg even langs de coffeeshop te gaan om jezelf een koffie te schenken. Ik heb inmiddels dus ook geleerd me niet beledigd te voelen als mijn vriendinnen met een eigen koffie, een beker frisdrank of zelfs complete snack/lunch box voor hun kind aankomen zetten.
- Hebben we het al eens gehad over de strikken in het haar van kleine meisjes? Nou ja haar… Stel je voor, een baby, weinig tot geen haar, met een enorm groot wit doek om’t hoofd. Peter die verschrikt uitroept: “Wat heeft dat kind, moet je dat verband zien!” Waarop ik kalmeren moet zeggen dat we als moeders net op de gang uitgebreid hebben staan oh-en en ah-en over hoe mooi haar haarband is…
- Hollanders zijn dan misschien cheap, we ergeren ons er ook aan als ‘men’ zich cheap gedraagt. Waardoor je er haast op aangekeken wordt als je gebruik maakt van een goede aanbieding. Hier kun je zonder schroom een hele maaltijd eten van drie voorgerechtjes die tijdens Happy Hour de helft van de prijs kosten. Je wordt met de zelfde service bedient. Ow en ja, je koopt de grote versie van de frisdrank bij de Mac. Ook als je ’em daarna gratis kan bijvullen. Ik denk dat zoiets in Nederland niet zou werken, we zouden met z’n allen dan alleen maar de kleine versie kopen. Waarom meer betalen als ik ’em daarna gratis bijvul?
- De eerste keer dat een van de kinderen een uitnodiging kreeg voor een feestje en we moesten laten weten of ze kwamen of niet was ik een beetje verbaasd. Als je uitgenodigd wordt voor een kinderfeestje kom je toch? Maar die verbazing was snel weg als je er achterkomt dat er naast jouw kind nog 15-30 anderen zijn uitgenodigd… Ohja, ouders zijn geacht te blijven hangen. Ben nog steeds benieuwd op welke leeftijd dat feestje over is!
- De standaard begroeting: “Hi, how are you?!” is niet alleen een verplichte beleefdheidsvraag waarop je “Fine! And you?” antwoord en weer verder gaat. Maar over het algemeen is het een wel gemeende en vriendelijke interesse. Je leert vanzelf inschatten hoe diep dat gaat en dus hoeveel je deelt. De hugs en hand shakes die er bij komen kijken geven aan hoe sincere het is. Amerikanen noemen zichzelf, vergeleken met andere culturen, afstandelijk. Ik schaam me dat ik moet toegeven dat Nederlanders (ik in ieder geval) over het algemeen daar nog meer voor onder doen…
- Hoe lichamelijk vriendschap geuit wordt is eigenlijk bijna in tegenspraak met hoe er uitgekeken moet worden met lichamelijk contact. Want kijk maar uit, je wilt niet dat er iets verkeerd van gedacht kan worden! Zo mogen bv bij ons in de kerk (en zou me niet verbazen als dat een algemene kinderopvangregel is) mannelijke leiders niet de luiers van kinderen verschonen en ook niet kinderen helpen op het toilet. Deze eervolle rol is voor alleen voor de vrouwelijke teachers weggelegd. Zelfs als je papa van drie kinderen bent…
- Waar dan wel weer veel handjes worden vast gehouden, waar ze wat mij betreft wel wat vaker los gelaten mogen worden, is op de playground. Het lijkt me soms alsof zelfstandigheid iets is wat we onze kinderen pas willen leren als ze 18 zijn ofzo. Ze zelf iets laten ontdekken? Ben je gek! Ze kunnen zich dan zomaar zeer doen.
- Ow en ze kunnen ziek worden. Wist je dat? Kinderen kunnen ziek worden! Maar daar hebben we iets voor: schoonmaakdoekjes bijvoorbeeld. Een hele doos, naast de winkelkarretjes bij de supermarkt. Om het te ontsmetten voor je er je shopping cart cover over heen gooit. (Echt, geen grapje!)
- Wat ik dan wel erg fijn vind in de winkel: dat me even gewezen wordt welke kassa een plekje heeft. Stel je voor. Had ik zelf niet kunnen vinden. En zo heeft Sjaak van 70 ook nog een baan om wat bij te verdienen om rond te kunnen komen. Ow en als ik dan in de rij sta en probeer te voorkomen dat een van de kinderen alle snoepjes e.d. uit het rekje haalt pakt er in ieder geval een andere medewerker al mijn boodschappen in. En ondertussen kletsen we over het weer, mijn boodschappen en de kinderen.
- Op de terugweg stoor ik me dan mateloos aan alle stop signs. Zouden ze ooit het principe van een voorrangsweg hier kunnen toepassen? Zou een hoop benzine schelen.
- Onderweg rijden we even langs de drive-thru dit keer die van de bieb. Er liggen wat boeken voor me klaar. Best handig zo, hoef ik niet drie kinderen in en uit de auto te slepen. Zelfs bij scholen hebben ze drive-thru’s. Om je kinderen af te droppen en op te halen. Ideaal, hoef je ook nooit oog-in-oog te komen met de leerkracht van je kind. Dat is tenslotte iets wat je zo veel mogelijk wilt vermijden toch…?!
- Dan lopen we ons huis in. Je weet wel. Dat huis met 2,5 bathroom. Hoe vaak we daar al wel niet van gezegd hebben: hoe zouden we dat in Nederland doen, met maar een badkamer? Een heerlijke luxe. Waar we hard van genieten.
- Ik zie de bank staan en denk terug aan ons bezoek van vorige week. Twee stellen kwamen eten. En… ze ploften op de bank. Voeten op de poef. En bleven hangen. Ver na negenen. Zonder zich te excuseren! En een aantal van hen dronken zelfs koffie/thee na het dinner! Wat een Nederlandse taferelen en wat missen we dat soms. Bij elkaar over de vloer komen is minder gebruikelijk (je ontmoet elkaar ergens voor dinner of een drink), laat staan je benen op de bank leggen. Koffie en thee na het avondeten is ook maar een rare Europese gewoonten vinden de meesten.
- Ach ja, en dan die hele thuisblijven-of-werken-issue. Deeltijdbanen is Europese inefficientie, vinden ze, en dus wordt er gewerkt. Tenzij je geluk hebt en van een inkomen kan rondkomen. Thuisblijfvaders zijn een schaarste. Daar tegenover staat dan wel dat er voor het ouderschap in het algemeen en het moederschap in het bijzonder een waardering is die ik in Nederland nooit heb gehoord. Ow en kinderen? Die zijn een publiek-iets. Het valt mij niet meer op, had het als “normaal” aangenomen, maar toen zuslief zich er laatst over verbaasde dat hun dochter overal werd aangesproken en bewonderd werd (cute, precious, beautiful, etc etc) realiseerde ik me dat het misschien toch wel erg Amerikaans is.
Terwijl ik dit zo allemaal overdenk zijn we inmiddels thuis gekomen. Thuis van die potluck, waar ik oer-Hollandse appeltaart mee bracht. (Want, wordt me altijd verteld, Amerikanen zijn gek op appeltaart. Wonderbaarlijk genoeg heb ik er nog nooit eentje gehad die kan tippen aan ‘onze’ Nederlandse versie.) En omdat het tenslotte 4th of July weekend was bracht ik ook een absolute American pie mee. (In de hoop er een green card mee te scoren. Of op z’n minst een social security number. Maar helaas, het leverde me alleen maar oohs en aahs op.)
Ik schuif de kinderen naar binnen en stuur ze upstairs. Snel pyjama’s aan en slapen! Het zijn alledaagse handelingen. Ik poets hun tanden, lees een boekje, geef een knuffel, praat en snuggle nog even en tijdens dit alles begint het langzaam te dagen: We houden hier onze eigen potluck! Ons leven, haast een feestje, waar we allemaal wat heen meenemen. Onze eigen gerechten. Van alles wat. Wat Amerikaans. En wat Nederlands. En samen vormt het ons leven. Ons feestje.
Over het algemeen maakt ons dat best een potje geluckkig. (sorry, die is heel slecht, maar kon het niet laten)
Ik stel voor dat Peter een ‘like’-button inbouwt op de site. Jouw blogs zijn altijd zo lekker lezen 🙂
Liefs
Ps. Hoe zit het met de muziek? Is die nog Nederlands?