Afgelopen week zijn we bij de dokter geweest voor de check-up (vergelijkbaar met consultatie bureau). Alles was helemaal goed. Goede lengte, goed gewicht. Ogen deden het nog. Oren niet ontstoken. Alles goed.
Al hoewel…
Na tijd vertelde ik mijn vriendin die zelf (nog) geen kinderen heeft dat ik blij ben dat ik toch min of meer een moeder ben die wel vertrouwen heeft in haar eigen kunnen en in de ontwikkeling van haar kinderen, dat ik te doen heb met al die moeders die bij de dokter komen om weer een hart onder de riem gestoken te krijgen en een klopje op de schouders dat ze het geweldig doen. Dit keer ook weer. Of Sophie al een woord of 3 tot 5 sprak? Andere woorden dan papa en mama. En nee, Ara (wat ze zowel voor Zarah als voor Boaz gebruikt) telde ook niet mee. Ik dacht nog eens na, krabte nog eens achter de oren en moest bekennen dat ik tussen haar minuten lange monologen die ze houdt en haar geweldige (schreeuwerige) manier van communiceren -waarmee ze alles voor elkaar krijgt wat ze wil- nog geen woordjes had ontdekt. “Ach,” zei ik tegen de dokter “dat kan ook heel goed aan mij liggen, misschien zegt ze nog niks, maar misschien heb ik het er gewoon ook nog niet in gehoord. Ik ben niet zo oplettend als moeder.” Tja, laten we eerlijk zijn. Ik weet niet meer precies wat de dokter hierop te zeggen had, maar de woorden: “Opletten, verminderd gehoor, therapie en vooruitgang observeren” kwamen er in ieder geval in voor. Ik legde de woorden een beetje achteloos naast me neer. Pas later realizeerde ik me dat heel wat van mijn moeder-vriendinnen weer onthutst thuis zouden komen na zulke woorden: “Ik moet nu woordjes met haar gaan oefenen, want misschien doen haar oren het wel niet goed, en misschien heeft ze wel therapie nodig!”
Toen ik dit alles aan mijn kinderloze vriendin vertelde zuchtte die eens diep. “Bedankt!” zei ze, “als ik jou deze dingen niet had horen zeggen, zou ik direct van slag zijn geraakt als ik ooit het woord therapie hoor, tegen de tijd dat ik een kind heb. Ik weet nu dat ik het niet perse serieus hoef te nemen.” Dit was niet de eerste keer dat ze me bedankte voor het onderuit halen van alle angsten die er heersen rondom kinderen, het hebben van kinderen en wat je kinderen allemaal kan overkomen.
Het was ook niet de eerste keer dat me verteld werd dat een van de kinderen mogelijk therapie nodig had. Het is ook zeker niet de laatste keer. Zeg nou zelf, welk 15 maanden oud kind spreekt er nu nog geen volzinnen, in twee verschillende talen het liefst. Nu ik er zo over nadenk, maak ik me er eerlijk gezegd wel zorgen over. Ik denk dat ik straks gelijk even bel om bijles te regelen voor Sophie. En als we dan toch bezig zijn kunnen die andere twee er ook wel gelijk bij. Gewoon, to be sure.
Gelukkig hebben we dan nog een nuchtere Nederlander in huis…
Door het dokters bezoek zijn de kids geinspireerd en spelen nu doktertje.
Ik kom bij de dokter omdat ik het dan weer koud en dan weer warm heb. Ik leg aan doktor Boaz de kwaal uit, waarna hij even naar mij kijkt, een plekje op een van mijn tenen vindt en zegt dat het daardoor komt. Hij prikt er wat in en trekt er wat aan, kijkt wat bedenkelijk en zegt dan: “Kom binnenkort maar terug, dan zal ik kijken of het over is of dat ik er misschien wat aan kan doen.”
Euhm, ik geloof dat toen ik even niet oplette meneer Boaz de studie geneeskunde heeft afgerond. Dit lijkt verdacht veel op een volleerde dokter.
Maar dan wel een Nederlandse.
Een Amerikaanse beroepsgenoot had er gelijk drie honderd buisjes bloed voor geprikt, er vijf dure onderzoeken tegen aan gesmeten en me ook alvast ingeschreven voor therapie. Just to be sure.
Erg herkenbaar, onze consultatiebureauarts maakte zich ook al zorgen omdat Joël zelfs nog geen papa en mama zegt. Gelukkig wordt er dan geen therapie aangeraden in NL, maar ze vroeg wel voor de zekerheid of hij ons wel begrijpt…