Sinds we terug zijn uit Nederland zijn we druk bezig met een reorganisatie van ons huis. Zo hebben we de garage uitgezocht -en dozen vol overbodige en ongebruikte spullen mee gegeven aan vriendin A. die binnenkort een garage sale houdt-, bedden heen en weer gesleept en alle kids een eigen kamer gegeven, het bureau naar beneden gebracht en daar een werkhoek -a.k.a. knutselkamer- gecreeerd. Er is nog het een en ander aan werk te doen, maar er is zeker vooruitgang geboekt! Zie de kinderen genieten:
Dat gezegd en gezien gaan we verder met iets heel anders.
Boaz heeft een geheugen waar je bang van wordt. Heel regelmatig duikelt hij wat op uit het verleden wat wij allang vergeten zijn of heel vakkundig naar de achtergrond hadden gedrukt. Inmiddels hebben we hier mee leren omgaan. Zo weten we dat wat we hem vandaag leren -en waarbij hij je aankijkt alsof je arabisch praat- hij over een aantal weken of maanden geheel juist en gedetaileerd kan terug vertellen en dan nog snapt wat hij zegt ook.
Ook weten we dat we hem geen onwaarheden of vage verhalen moeten vertellen, want ook die onthoudt hij en slaat hij op ergens in z’n hoofd. Hij kent hele teksten, vele liedjes en allerlei andere zin en onzin uit z’n hoofd. We proberen over het algemeen dan ook erg zorgzaam te zijn met ‘wat zijn ogen zien en zijn oren horen’.
Kennis en herinneringen komen op allerlei verschillende momenten weer boven.
Soms op wat voor ons volledig onwillekeurige ogenblikken lijken. Zoals van de week. We zitten in de auto en Boaz begint over “mama, die keer dat jij alleen op vakantie was en ik thuis was met Zarah en papa.” Het schijnt dat Peter toen op een goede dag gezegd heeft dat ik die dag terug zou komen en dat hij op die dag ook met C. wilde spelen, maar die was er toen niet. Gelukkig kwam ik wel terug.
Andere herinneringen komen terug op voor ons veel logischer momenten. Zoals vanmiddag toen we naar het zwembad gingen aan de andere kant van onze wijk. Eentje waar we ooit een keer eerder zijn geweest, meer dan een jaar geleden. Boaz weet het nog precies. Met wie we er waren, wanneer, dat Sophie -als net geboren baby- daar door fire ants werd gebeten, dat we daar gingen lunchen en tot in detail hoe het zwembad er uitziet: “ze hebben er zo’n waterval waar je dan onder kan en helemaal nat wordt.” Waarschijnlijk weet hij ook nog welk zwempak hij toen aan had.
Inmiddels begint ook Zarah steeds meer mee te doen aan kennis en herinneringen ophalen. Al twijfel ik bij haar soms nog aan of ze de kennis die ze reproduceert ook geheel snapt en eigen heeft gemaakt. Maar dat kan ook aan mij liggen…
Van de week waren we met elkaar aan het bidden. Ik vroeg God of Hij onze ogen en harten wil openen voor de mensen om ons heen. Zodat we zien aan wie we kunnen geven van onze tijd, energie, eten, geld of spullen. Waarop Zarah verbaasd begint te kijken. Waarom zouden we daarvoor Gods hulp nodig hebben? “Dat hebben we toch al gedaan!?” Het komt er wat verward en toch met een zekere overtuiging uit. Nu ze het eenmaal uitgesproken heeft weet ze het helemaal zeker:
“Dat hebben we al gedaan!”
Wat?
“We hebben onze spullen al weggeven! Aan A.”