Sinds ik zwanger ben krijg ik, door de bank genomen, twee soorten reacties. De pessimistische en de optimistische.
De pessimist zegt:
Wow, nummer 3?! Met twee kleintjes. Red je dat wel, zwaar zeker? Hoe gaat het met je, moe zeker? En je bloeddruk, hoog zeker?
En als we aan het eind van een middag buiten zitten, de zwaar vermoeide kinders proberen uit elkaar te houden en ze proberen te leren delen kijken de pessimisten me aan met meelijden in hun ogen en zeggen ze: Hoe ga je dat in vredesnaam doen met drie?
De optimist zegt:
Wow, nummer 3! Te gek! Wanneer? Hoe voel je je? Wat zie je er goed uit! Wat denk je, een jongen of een meisje? Ja, Boaz en Zarah zullen goede grote broer en zus zijn. Gaaf man! Hé, al plannen voor morgen trouwens?
Over het algemeen snap ik het meest van de reactie van de optimisten. En ben ik daar zelf ook wel van. Ik bedoel: het is toch al een zootje bij ons thuis, dan past er ook nog wel een derde bij. Soms hoor ik moeders zeggen: ik ben niet georganiseerd genoeg voor meer kinderen. Grappig, want ik ben juist zo blij dat ik niet georganiseerd ben. Je zult maar om tien uur je kids een fruit hap moeten geven, om twaalf uur kant en klaar moeten zitten met de lunch zodat ze om half 1 hun slaapje kunnen beginnen. Juist omdat ik niet georganiseerd past er nog prima een derde bij.
Dan is er natuurlijk nog de zwangerschap. Die gaf ook alle reden tot een optimistische reactie. Had ik bij nummer 1 nog zeven maanden nodig om te wennen aan het idee dat ik zwanger was en toen nog net twee krappe maanden over om te wennen aan het idee dat er een kindje kwam… Nummer 2 ging al iets beter. Maar nu bij nummer 3? Al sinds we, met zes a zeven weken, wisten dat ik zwanger was kan ik niet wachten tot het moment dat ik dit mensje in mijn armen kan houden. Ook de zwangerschap zelf is “een makkie”. Soms zo makkelijk dat ik er amper over durf te praten met andere mama’s. Vooral met hen die zelf weken boven het toilet hingen, maanden lang niet konden slapen, krom liepen van de rugpijn of andere klachten hadden. Dus voor hen: skip de volgende paar regels. Want ik kon tot zes maanden nog op m’n buik slapen, heb vorige maand eindelijk m’n niet-zwangerschapsbroeken opgeborgen, vergat tot een aantal weken geleden nog dat ik zwanger was (stond ik voor de spiegel en schrok ik me rot: huh, waar komt die buik opeens vandaan?). Eitje dus.
Naast de pessimist en de optimist heb je nog een enkele realist. Zoals buurvrouw/vriendin S. Die twee weken geleden me meevroeg op een uitje naar Sweet Berry Farm (ruim een uur rijden, waar we dan vervolgens beide in onze eigen auto volgeladen met kinds heenrijden en de hele dag rondbanjeren). Maandag boodt ze aan mijn biebboeken weg te brengen (toch gauw al zeven minuten rijden) en eten voor ons te koken, want erg veel actie zat er niet in bij mij.
Na maanden van optimisme is het nu misschien toch tijd voor een beetje meer realiteit. Het was denk ik zo’n week of twee geleden. De energie begon ietsje minder te worden. Maar mij hoorde je niet klagen. 30 weken zwanger. Van andere die zolang zwanger zijn kreeg ik emailtjes, of las ik in tijdschriften, over dat de babykamer klaar was, de namen gekozen, de kleertjes zelfs al bijna gewassen en gestreken…
Vermoeidheid is dus goed, ruim zeven maanden zwanger mag je tenslotte best een beetje voelen. Betekent dat het tijd word om eens na te denken over de zwangerschap en vooral ons derde wondertje. Want ook hij of zij wil vast een naam hebben. Wat kleertjes en een bedje kunnen ook geen kwaad. Een geboortekaartje vinden de opa’s en oma’s vast leuk. Enz. Dus toen ik vorige week tegen Peter zei: “In het meest positieve geval wordt de baby over zes weken geboren, voel je een lichte urgentie om eens wat dingen te gaan doen?” Sprong hij bijna direct overeind, om ook weer direct terug te vallen, zes weken… Auch! Ja, dat vraagt om actie.
Maar nu, met 32 weken, nog ergens tussen de vijf en negen weken te gaan, is er even niet zoveel actie meer. In ieder geval niet aan mijn kant. De realiteit heeft toegeslagen of eigenlijk zou ik moeten zeggen, ik ben een heel klein beetje realitisch geworden (volgende week gaan we gewoon weer naar Sweet Berry Farm, hoor). Moe, erg moe. Maar vooral: continu harde buiken met hier en daar een wee. Wees gerust het zijn ‘maar’ oefenweeën*. Tijd voor wat rust.
Het enige nadeel is dat de realiteit zo plotseling toesloeg dat de to-do-list er maar wat eenzaam en verlaten bijligt. Stof te vergaren. Geen kinderkleertjes die worden uitgezocht, geen namen die worden bedacht, geen al geboren kinderen die worden verzorgt (daar hebben we onder andere buren voor die bijna staan te vechten om ze een paar uur te vermaken), geen babybedje wat wordt neergezet (Boaz: “waar moet de baby dan ’s nachts slapen?” Tja, goede vraag). Het grote voordeel: het maakt me helemaal niet uit… Heerlijk rustig.
En dus lig ik op bed. Zit ik wat op de bank. Geniet ik van de maaltijd door weer een andere buurvrouw verzorgt. Neem ik maar eens een bad. (Dat laatste had ik beter niet kunnen doen, want kom ik beneden staat de keuken blank… Lekkage! Had het kunnen weten! Wij en badkamers…)
Hopelijk blijft het een tijdje zo. Of gaan we weer terug naar de optimistische kant. Voor dat grijze veld er tussen vrees ik namelijk een beetje… Wat als ik opeens besef dat er toch nog wel wat dingen moeten gebeuren, dan is vijf weken opeens wel heel kort? Of niet?
Ja, ik kan niet wachten tot we ook dit mensje in onze handen kunnen houden. Maar misschien moet het nog maar heel eventjes wachten. Dan begin ik volgende week echt. Denk ik. Misschien. Ach, het maakt me ook niet uit. Ik heb luiers maatje newborn in huis en sinds gister zelfs witte&roze en witte&blauwe muisjes. En ik ben al een heel klein beetje realistisch geworden. Meer is er toch niet nodig?
*Of zoals ze hier genoemd worden: Braxton Hicks contractions, vernoemd naar meneer Braxton Hicks, een Engelsman in de 19e eeuw die er achter kwam dat elke zwangere vrouw vanaf begin van de zwangerschap deze oefenweeën heeft.
ps. Bij het realistisch worden hoort ook dat ik vorige week niet meer toe kwam aan een blog schrijven, vandaar dat het vervolg op de paas blog helaas niet kwam… Wie weet volgend jaar 😉