Ik ben Zarah.
Hoera! Ik ben vandaag al 6 maanden op deze wereld.
Ik ben een blije meid, lach veel.
Ik wordt al heel groot. Ik weeg 16 pound, 4 ounces en ik ben 27,5 inch lang. (Voor die rare mensen die met andere maten meten: dat is 7,4 kilo en 70 cm.)
Ik kan mijn hoofd al heel ver optillen. Me op mijn armen opduwen. Ik kan ook al mijn knieën onder mijn buik trekken. Maar ik kan dat nog niet tegelijk. En daar baal ik van. Maar gelukkig kan ik wel op andere manieren vooruit komen. Gewoon afzetten met mijn armen en dan kan ik rondjes draaien, of net genoeg over de vloer bewegen om toch bij mijn speelgoed te kunnen.
Vanochtend bleef ik zelfs al een paar seconden zitten toen mama me op het aankleedkussen liet zitten, ik steunde toen op één arm. Ik heb ook al een paar tandjes. En mijn haar is enorm lang.
Ik heb een lieve broer. Naar hem lach ik het liefst. Hij reageert tenminste vol enthousiasme: “Zaha lach!”. Het is ook leuk om samen met hem grapjes te maken, kusjes van hem te krijgen of naar hem te kijken. Ik vind het ook fijn om hem aan te raken. Maar dat vind hij niet altijd leuk. Dan trekt hij zijn arm terug en zegt heel hard: Nee.
Verder heb ik nog een papa en een mama. Met papa kan ik football kijken. En knuffelen. Mama heeft lekker eten. En soms geven ze me een schone luier. Of schone kleren. Mag ik bij ze onder de douche. Of stoppen ze me in bad. Ze zijn best lief.
Ow ja, over mijn broer. Ik ben niet zo vaak ziek als hem. Al die koortsjes, griepjes en koudjes. Pff. Ik ben een sterke meid en heb daar geen last van. Het enige wat ik dan heb is dat ik even een paar dagen wat minder lach.
Op zondag en op woensdag brengt mama me naar mevrouw Kathy in de kerk. Ze is al een oma denk ik, een beetje oud. Maar wel heel lief. Die is altijd heel blij als ze me ziet en zegt: Hello, Miss Zarah! Met een hele mooie ‘Z’. En die mevrouw knuffelt me dan. En probeert me in slaap te krijgen, want dat heeft mama gevraagd. Maar ik ga toch niet slapen als er andere kinderen spelen of huilen of met de mevrouw knuffelen.
Papa en mama hebben het er vaak over dat ze willen dat ik uit de fles ga drinken. Ik snap dat niet. Dat rubber van die fles is vies. En wat er in die fles zit is nog veel viezer! Je hebt net kunnen lezen hoe groot ik gegroeid ben alleen door mama’s eten. Dan hoef ik toch niets anders? Rare mensen, die ouders van. Ik denk dat ze dat willen zodat ze dan niet meer zelf voor me hoeven te zorgen. Ik vind dat vreemd. En onaardig. Het is niet eens lekker! Vorige week probeerde mama me pap te geven op een lepel. Een lepel is een raar ding, ook van rubber of plastic ofzo. En dat stopt ze dan opeens in m’n mond. Dat doe ik niet hoor! Ik houd dan mijn lippen stijf op elkaar.
Wat ik wel lekker vind is banaan. Pompoen. Of mango. Zulke dingen. Als je dat aan mij geeft dan pak ik dat beet met mijn handje. Ik stop het in m’n mond, lik er aan, wat er op m’n tong zit eet ik dan op en dan stop ik de banaan opnieuw in m’n mond. Ik weet heus wel hoe dat moet. Maar probeer niet banaan te geven met een lepel, want dat vertik ik. Zo eet jij dat toch ook niet?
(Mijn mama nam me vanochtend mee naar de dokter. Voor de zes maanden check-up. En de dokter zei ook al dat ik moest gaan eten van een lepel. Dat mama mij gewoon drie keer per dag wat pap moest geven. Eerst alleen op de lippen. En dan over een poos, bijvoorbeeld twee weken, een beetje met de lepel in de mond. Ik snap dat niet hoor, als het duidelijk is dat het me zolang kost om aan iets te wennen, dan mag het toch ook duidelijk zijn dat dit het misschien niet is? Ach ja, grote mensen…)
Ik vind slapen heel fijn. Maar in slaapvallen is het verschrikkelijkste wat er is. Want dan ben ik helemaal alleen, kan ik niet spelen en loopt mama gewoon uit de kamer. Een saaie kamer. Er is niets te zien. Want de mooie boom die ze voor me hadden gemaakt hebben ze beneden gelaten en mij in een bedje boven gelegd. Ik schreeuw dan dus ook heel hard. Ik huil heel lang. Net zolang tot papa of mama komt. En dan lach ik. Of huil ik verder, als ik heel moe ben. En uiteindelijk val ik dan in slaap. Wat fijn is. En als ik dan wakker wordt: dan mag ik eten! En naar Boaz lachen.
Oja, toen papa en mama hadden gezegd dat ze weer de hele nacht wilden slapen toen ben ik dat gewoon ook weer gaan doen. Hadden ze gewoon iets eerder duidelijk moeten wezen. Dacht dat ze het wel oké vonden om ‘s nachts even met me te knuffelen. Wist ik veel.
Had ik al gezegd dat ik heel lief ben? Nog steeds een beetje fluffy, zoals baby’s zijn. En dat ik heel veel lach? Want dat doe ik. Het leukst vind ik als er mensen zijn. Papa, mama, Boaz. Of andere mensen. Want als ik dan lach, dan lachen ze terug. Dat is het allerleukste.
Nu klinkt het misschien alsof ik heel eigenwijs ben. Maar dat valt eigenlijk best mee. Als je echt denkt dat ik eigenwijs ben, dan heb je mijn papa vast nog nooit gezien…
Ja, dit ben ik (volgens mijn moeder dan). Zarah Hanna Rika Vreugdenhil.
Ik ben trots op je! Je mag ook direct uit een beker proberen te drinken vind mama vast ook fijn.
Ik vind je ook lief. En mooi. En als je lacht zou ik absoluut terug lachen als het kon. Dat hou je dan nog te goed zeg maar. Fijn om wat van je te horen zo. Doe die broer van je de groeten.
En ik lijk op mama 🙂