Het is de vraag van de dag:
waar gaat … heen?
Als het donker begint te worden en de zon langzaam verdwijnt vraagt Boaz “Waar gaat de zon heen?”.
En nadat Peter met behulp van een bal en het licht aan het plafond en allemaal ingewikkelde woorden geprobeerd heeft uit te leggen hoe het werkt besluiten we toch maar voor de simpele uitleg te gaan: “Eerst naar China, dan naar Nederland en dan komt de zon morgenochtend hier weer terug.”
Ik heb idee dat er nog steeds geen lampjes gaan branden bij Boaz, maar hij is tevreden voor nu.
De volgende vraag volgt snel. Als het water uit het bad loopt of we de wc doorspoelen leggen we hem, op verzoek, uit dat het door een pijp die door het hele huis loopt, verdwijnt in het riool, in de straat, richting de fabriek waar het schoongemaakt wordt. Gek genoeg lijkt dat nog minder vatbaar dan een zon die van hier naar China en Nederland gaat en dat binnen een nacht.
Zijn absolute favoriet in de ‘waar gaat het naar toe?-categorie’ is eten. Waar gaat de pannenkoek naar toe? Waar gaat de lunch naar toe? Geduldig leg ik uit dat het door de keel, zo helemaal naar beneden naar de buik gaat. En dat in je buik de darmen zitten en die maken er een poepje van. “Poepje komt uit je bipsje” zegt hij blij, verheugd dat hij het begrijpt. “Inderdaad.” “Tegen mama zeggen, vieze luier.”
“En dan moet ik schone luier.” volgt als snel zijn volgende conclusie. Ja, inderdaad.
Twee happen verder: “lunchje schoonmaken.” Euh, nee schat, je bips schoonmaken, met een doekje. Niet de lunch.
Als ik allang denk dat het onderwerp is afgedaan. De lunch ongeveer voorbij is en ik in gedachten al lekker op bed lig voor een goede middagdut hoor ik naast me: “Waar is dino?” “Wat bedoel je? Welke dino?” “Waar is dino?” En mijn hersenen draaien overuren. Is er een animal cracker in de vorm van een dino en is hij nu benieuwd of die ook in z’n buik een poepje wordt of heeft hij van de week met een dino gespeeld?
“Waar is dino?” vraagt hij nog eens, lichtelijk ongeduldig nu. “In de buik? Maakt poepjes?”
Ah, je darmen, ja, die zitten in je buik.
“Dino in mijn buik. Maakt poep.”
En ondertussen neem ik nog maar eens een hap van m’n brood. Dino maakt er zo wel weer een poepje van!
Hahaha, geweldig hoe makkelijk (of moeilijk) kinderen denken. Wederom genoten van je verhaal 🙂
Liefs