We proberen het te begrijpen…
Bà is bal. Of bad.
Tij is tijger.
Aa is aap.
Broo is brood.
Haa is Zarah.
Gaa is garage. Daar staat papa’s auto.
Doe is een doekje om z’n mond af te vegen na het eten.
Bee is beker. Onafscheidelijk die twee.
Spee is spelen. En dan moet papa mee.
Poe is poep. Dan is het tijd voor een schone luier.
Boe is een boekje. Dan moeten we lezen.
Zo gaat het nog een heel eind door. En elke dag komen er nieuwe woorden bij. Het gaat reuzesnel. Maar het blijft kort en krachtig. Waarom ook niet?
Nou, bijvoorbeeld omdat het dan lastig kan worden bij pà.
Want is dat nu papa, of pap of pasta? Tja…
Gelukkig heeft hij dan zijn handen nog. Daar kun je ook heel veel mee duidelijk maken 🙂
Lie is Marjolie
IJs is Tim Matthijs
Oà is Oma
Opa is Opa
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? 😉
En ‘No’ betekent… “Nee!”. Hij praat ook al Amerikaans! (Heb weer wat leuke fotootjes op ons blog gezet ook van de laatste playdate).