Het is al de derde keer dat de juf zegt dat Boaz ‘z’n kleuren al kent’. Ook in de kerk is al eens opgemerkt dat toen ze hem vroegen welke kleur hij wilde verven hij antwoordde: green. Dus besluit ik opnieuw een poging te doen. Tot nu toe is het thuis namelijk nog geen enkele keer gelukt. Om het hem makkelijk te maken stel ik de vraag in het Engels. Wijzend op de dop van de pastapot vraag ik: “Which color is this?”. Geen reactie. Toch nog eens een poging in het Nederlands: “Wat is dit?” En Boaz antwoord met een stalen gezicht: “kleur”.
Het is ’s ochtends. Veelte vroeg naar mijn mening. Boaz is klaar wakker en komt nog even bij mij in bed zitten. “Keer”, vraagt hij. Wat doorgaans betekent dat er iets nog een keer moet gebeuren. “Wat?” “Zing.” “Welk liedje?”. “Zag beren, brood, smeer, pasta, hihihi, hahaha. Keer naa.”.
Ooit geweten dat ook de beren pasta op hun brood aten?
“Kijk, Zaha, draai.” En begint aan Zarah te trekken.
Euh, tja, dat hoeft niet Boaz. Zarah kan nu zelf terug draaien als ze dat wil…
Boaz is gek op allerlei vrachtwagens, bussen en eigenlijk alle vervoersmiddelen. Je moet ’em eens horen als hij een fiets ziet: FIETS! FIETS!
Inmiddels weet Boaz heel goed het verschil tussen de verschillende bussen. Zo is er de schoolbus, elke middag om 20 minuten na drieen voor onze deur. En de postbus. Dat is de postbode in z’n wagentje die de post komt brengen of de grote Fed-ex wagens.
Kort geleden zijn we naar het postkantoor geweest. En ook dat woord probeert Boaz dan vol enthousiasme te zeggen.
Als we even later een postbusje zien zegt hij: “kantoorbus”.
Soms zitten we samen achter de computer. Dan kijken we of opa en oma er zijn. Zodat we even kunnen skypen, samen boekje kunnen lezen en even kletsen.
Als Boaz m’n laptop ziet roept hij: “oma, zijn”. Ja, we zullen wel even kijken of opa en oma er zijn.
Laatst waren we bij Oom Wim op de verjaardag, zijn dochter ging hem bellen via skype. Boaz hoort de skype-beltoon en roept vol blijheid: “opa!”.
Vaak vragen mensen me of Boaz het naar zijn zin heeft op school. Ik heb geen flauw idee! Echt, een twee-jarige verteld net zoveel als een gemiddelde puber over z’n schooldag: niets.
Als we hem vragen hoe het op school was zegt hij standaard: kind. Ja, je hebt met de kindjes gespeeld. Dat antwoord komt denk ik van de vraag die we altijd stelden: hoe was het op school? Heb je met de kinderen gespeeld?
Tegenwoordig krijgen we al een iets uitgebreider verslag: Hoe was het op school? “Kind”. Wat heb je gedaan? “Teken”. Kijk, nu weten we tenminste wat hij daar doet de hele ochtend: tekenen.
Vaak hoor ik dat twee-jarige kinderen alles ‘zelluf’ willen doen. Boaz is meer van het ‘samen’.
Zo ook eten. Samen de lepel vast houden en de schep rijst in z’n mond stoppen.
Van de week zat hij aan tafel een broodje te eten. Met twee handen pakt hij zijn vork vast en prik in z’n boterham en zegt: “samen”.
Zo zijn er de hele dag door nog veel meer praatjes.
Maar vandaag even niet. Vandaag is Boaz ziek.
En slaapt hij heel lekker. In de tuin. In de zon.
Grappig om de praatjes van Boaz zo te volgen. Ik hoop maandag ff met he te skypen.