Dinsdagmiddag. Boaz zit boven aan de glijbaan van onze gammele playscape. Hij kijkt triomfantelijk en roept ‘go, go, go‘. Met een vaartje zet hij zich af en landt met z’n gepamperde billen op de harde grond. Boem. Hij springt weer op, klimt heldhaftig de trappen van de wankele trap op om het hele verhaal weer te herhalen. En laat ondertussen z’n moeder verbrauwereerd achter. Go, go, go? Waar heeft hij dat nou vandaan?
Sinds Boaz naar school gaat sluipen er steeds meer woorden in. Engelse woorden wel te verstaan. Oke, elke dag wordt zijn Nederlandse woordenschat ook nog steeds uitgebreid. Zo zei hij gister iets in de trant van: ‘ik zit bank’. Toen hij klaar zat om een aflevering van de Backyardigans te kijken op de ‘tee’, zoals Boaz het noemt.
Maandagmorgen speelde Boaz een tijdje bij de buren. Toen ik hem kwam halen zei de buurvrouw verrast dat hij inderdaad al een heel aantal Engelse woorden kan. Slide, go, ball, no, djeem (Jamie, de buurjongen).
Ja, bereid je maar voor op een bilingual gesprek met deze jongen. Want het zal niet lang meer duren of dan zijn de volzinnen die hij nu spreekt ook te begrijpen voor ons en jullie. Maar wel alleen als je twee talen spreekt…
That’s gonna be leuk. Of te wel: dat wordt nog fun!
🙂 nice!
nicely written ook weer! 🙂
Ik hoop je gauw te schrijven..
Leuk!
Dan kan hij even goed vertellen als jullie komen hoe hij het nou echt vindt daar over the ocean…
Echt leuk om te lezen!
Doe de groeten aan de buren!