Een vriendin van me kwam vertellen dat ze overwegen om voor een paar jaar naar Europa te verhuizen. Het bedrijf waar haar man werkt heeft een office in Amsterdam en eentje ergens in Frankrijk. Amsterdam leek haar wel wat. Al hoewel, ze was er eens geweest en gelijk naast Station Centraal zit die hele straat waar het alleen sex, drugs en rock-and-roll is. Ze was er niet zeker van of ze daar wilde wonen. Ach, had haar man gezegd. Je komt hier toch ook niet elke dag op 6th street?
6th street.
Hier in ons veilige, nette huisje. In een fatsoenlijke buurt, zo’n 25 minuten rijden van downtown. Echt een suburb kun je het niet noemen. Maar ver genoeg van 6th street om daar nooit te komen. De straat die ‘s avonds wordt afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en geopend wordt voor sex, drank, drugs en rock-and-roll, Nou ja, niet echt natuurlijk. Openbaar sex is absoluut verboden en drugs blijft ook een gevoelig onderwerp in de States. Maar laten we het zo stellen, 6th street is niet de plek waar je je kinderen voor de lol meeneemt. Al helemaal niet na zonsondergang.*
6th street.
We komen er dus niet zo vaak. Een paar zaterdagen terug was het zo’n zeldzaamheid. Peter en ik lieten de kinderen thuis met een babysitter en vertrokken voor paar uur richting 6th street. Voor een feestje van een vriend.
Degene die het feestje gaf verzekerde me dat we op het goede einde zaten (niet aan de east kant met alle “college kids”, dronken lappen enz.). En ja, het was niets anders dan in Amsterdam, Nijmegen of waar dan ook in het centrum. Een paar kroegjes, een gezellig cafe, een drankje, een hapje, een gezellig gesprek. (In vergelijking met een van de laatste keren dat Peter en ik er waren, wat tijdens Halloween weekend was en er dronken college students in hun onderbroek op straat stonden te dansen.)
En toch. Was het zo ontzettend 6th street.
Toen ik een vriendin vroeg wie dat ene meisje was die zich zo vriendelijk aan iedereen voorstelde en duidelijk voor de jarige was gekomen kreeg ik dit antwoord: “Een van de velen…”
Een van de velen. Nadat hij twee maand terug zijn vriendin, waarmee hij een jaar samenwoonde, zijn appartement heeft uitgestuurd was dit meisje nummer 3 aan wie ik werd voorgesteld. Ow en meisje nummer 1, daar zit hij mee, nu, terwijl ik dit schrijf. Een van de velen. Met een lach op haar gezicht vertrekt ze aan het eind van de avond met twee flessen drank onder haar arm die hij voor zijn verjaardag heeft gekregen.
Ik sprak Peters nieuwe collega op het feestje. Hij komt uit New Orleans. Je weet wel, die stad waar zo’n 10 jaar geleden hurricane Katrina op verwoestende wijze huis heeft gehouden en vele mensen dakloos en straat arm achter liet. Zo ook deze man.
Hij zocht een woning in Austin nu, waar hij met zijn vrouw zal gaan wonen zodra zij haar werk in New Orleans heeft afgerond. Welke wijk? Ach, alsof dat uit maakt, mensen zeggen wel dat je niet east of I35 moet gaan wonen, maar serieus, verzekerde hij me, als je in de afgelopen jaren in New Orleans hebt gewoont is er geen enkele wijk meer die je gevaarlijk vindt.
Bijna tien jaar geleden is het. En ik heb dit bijna lieflijke beeld in mijn hoofd van een stad vol mensen die hard werkt, die positief is, die weer opbouwd nadat alles weg is en ondertussen ook nog fantastich eten maakt! Wow. Hier zat hij. Een vent. Groot, volwassen, slim. En met tranen in zijn ogen. Hij was alles kwijt. Trok bij zijn zus in. Moest op straat om zich heen kijken om niet neer geschoten te worden. Overal plunderingen. “Ja, dan hebben ze het over Keep Austin Weird. Duidelijk nog nooit in New Orleans geweest…”
Tien jaar lang bleef hij. Om op te bouwen. Om zijn stad lief te hebben.
Tot een paar maand terug een professor op de opleiding fysiotherapie hem zei: “ja, blijf vooral hier. Ga door. Als je de rest van je leven op foodstamps wil leven.” Dat was het moment dat hij realiseerde: tien jaar geleden was ik ergens goed in. Laat ik daar weer eens naar kijken.
En nu zit hij hier. Op 6th street. Een baan in een van de snelst onwikkelende vakgebieden ter wereld. Hij heeft tien jaar ingehaald. Die tien jaar zijn af te lezen in z’n tranen die hij, kom hij is een man, niet wil laten zien. Hij staat op om een sigaret te roken. Het leven gaat door.
6th street.
Het lijkt een beetje op de klas vol zwangere vrouwen op maandagavond. Tijdens de birthing class. Sommigen brengen hun partner, hun moeder, een coach. Anderen zijn alleen. Prachtige mensen. Elk met hun eigen verhaal. Waarvan ik, van sommigen, een minimaal beetje mee krijg in die paar lessen. Ik zie de lach op haar gezicht als ze het lokaal verlaat met haar lover. Ik zie de tranen in de ogen van de hard werkende vader. En ik realiseer: leven is meer dan ik er van zie. Meer dan wat ik nu zie. Meer dan wat ik dagelijks zie in mijn eigen huis. Onze veilige buiten buurt, ons 1700 square feet house, onze overdaad aan spullen, ons veilige leventje. Stabiel. Mijn gezin. Ik kan me er zo in verliezen. Opgaan in het dagelijks leven met drie pre-schoolers. Denken dat dit leven is. Alles wat er is.
Tot dat ik die klas in loop. En haar zie. Die meid. Nieuw in Austin. Me verzekerd dat ze een geweldige community heeft. het stelt me gerust. Het is haar derde kind. Ik durf niet eens te vragen of de andere twee nog bij haar leven. Als ze weg loopt zie ik het pasje dat ze om heeft: Austin Recovery. 36 weken zwanger en je woont in een rehabilitatie kliniek.
Ik kan me zo verliezen in luiers, boodschappen, dress-up kleren en uitjes naar het zwembad.
Tot we een feestje vieren op 6th street. Een fijne cocktail in de hand.
Opeens besef ik het weer. Het is niet alles.
Maar ow, wat ben ik er dankbaar voor.
En ik bid. Dat ik vanuit dit veilige leven, vanuit deze overdaad, vanuit deze stabiliteit mag geven. Dat ik bereid ben om de stap te zetten naar iets wat misschien iets minder veilig is, waarin ik iets verlies van de overdaad, waarin dingen wankelen en instabiel voelen. Dat ik het hele leven mag ervaren. Niet alleen mijn eigen kleine stukje ervan.
Misschien moest ik maar eens wat vaker naar 6th street.
*Dat dat in Amsterdam mogelijk net iets anders ligt, simpelweg omdat het een stuk kleiner is (wat schokkend is voor veel Amerikanen, want Austin is al zo’n kleine stad…) en er veel winkels in het centrum zijn (wat hier niet het geval is). Het kan dus zomaar dat je, als je in Amsterdam woont, met enige regelmaat met je bakfiets door het centrum rijdt. En tja, als je dan de weg nog niet helemaal kent speel je opeens zomaar de toerist langs de rode lichtjes…