Mocht je deze week bij ons na binnen hebben gegluurd heb je zeker het volgende tafereel gezien: twee hoestende kindjes in pyama. De ene keer aan het spelen, dan een boekje aan het lezen, hangend tegen mama aan, treinrails bouwend op de grond op samen met papa of mama Dora kijkend. Tussendoor bakten we maar weer eens pannenkoekjes, deden we extra dutjes of deden we vooral niks. Behalve hoesten dan. En snotneuzen afvegen.
Zarah is nog steeds lekker aant hoesten. Is nog niet helemaal beter.
Boaz begon vrijdag aan het ontbijt weer te zingen. Keek weer ontdeugend uit z’n ogen. En sprong van zijn stoel, rende naar de voordeur en schreeuwde “OPA!’ toen die donderdagochtend kwam binnenlopen. En sindsdien is het opa voor en opa na. Zodra hij ‘s ochtends wakker wordt en zijn kamer afloopt hoor je hem roepen: “Waar is opa?”. Om dan samen boekjes te lezen en hem overal te volgen waar hij gaat. Gelukkig voor opa is hij hier vooral ook om te werken en krijgt hij zo een aantal uren per dag rust als hij op de conferentie is.
En zo was Boaz weer blij, simpelweg een bruine boterham met muis (bij de meeste mensen beter bekent als hagelslag).
Opeens begrijp ik het ontstaan van ‘comfort food’.
Hij’s lief!
Liefs Kaj en Daan